Verandering in gedrag en gezondheidstoestand
Opdracht:
- De klas gaat in een kring zitten.
- Ze praten met elkaar. Kies maar een onderwerp, bijvoorbeeld een gezonde leefstijl, veranderingen bij cliënten.
- Bekijk elkaar ondertussen ook goed.
- Een van de tien gaat de gang op.
- Iemand uit de kring verandert iets aan zijn uiterlijk.
- Laat de persoon van de gang weer binnenkomen. De kring kletst gezellig verder.
- Kan de binnengekomen persoon zien wat er veranderd is?
- Doe hetzelfde. Alleen spreek nu af dat een van mensen uit de kring zich anders gedraagt. Valt dat op?
- Klassikale nabespreking: Wat speelt een rol bij het opmerken van veranderingen?
Beantwoord de volgende vragen:
- Wat voor veranderingen in gezondheid of gedrag heb je wel eens gezien bij je familie of vrienden?
- Op wat voor veranderingen moet je bij ouderen goed letten?
- Stel, je werkt in de thuiszorg. Aan wie zou je veranderingen melden?
- Als je in een verzorgingshuis werkt, aan wie geef je dan de veranderingen door?
- Wat zeg je tegen een cliënt als je ziet dat er iets is veranderd in zijn/haar gezondheid? Bijvoorbeeld je ziet dat mevrouw erg bleek ziet.
- Je werkt in een blijf van mijn lijf huis, welke veranderingen kan je bij de cliënten tegenkomen? Geef 6 voorbeelden.
- Wanneer vind jij iemand gezond?
- Wat zijn goede sociale omstandigheden?
- Waar of niet waar: iemand in een rolstoel is ongezond.
- Waar of niet waar: als je eenzaam bent, krijg je allerlei klachten.