Evalueren van een crisissituatie


Bij evalueren ben je nadrukkelijk bezig met het beoordelen van je handelen. Je kijkt naar welke factoren een positieve en welke factoren een negatieve rol hebben gespeeld. Je bent erop uit om conclusies te trekken voor de werkwijze in soortgelijke situaties. Bij evalueren kijk je naar de situatie, jouw eigen handelen, het handelen van collega's, de reactie van de cliënt en de cliëntgroep en mogelijk ander betrokkenen.

Je weet inmiddels dat evalueren behoort tot de derde fase in de methodische cyclus (de afrondingsfase). 


Schrijf op een A4-tje een crisissituatie uit die is voorgevallen op de stage. (of als er zich geen heeft voorgedaan een mogelijke situatie)

Maak vervolgens een groepje van 4 en kies een van de situaties uit.


Bedenk een rollenspel waarin n.a.v. de situatie een evaluatiegesprek wordt gevoerd.

Hou hierbij rekening met de volgende punten:

Met wie evalueer je achteraf een onvoorziene- en/of crisissituatie? (collega's/ disciplines; maak dit zichtbaar in de rolverdeling)

Hoe evalueer je een onvoorziene- en/of crisissituatie? (welke zaken moeten er aan de orde komen)

Waarom wil je de situatie evalueren?

Hoe bespreek je op een constructieve manier de crisissituatie?

Wat doe je om herhaling te voorkomen?

Welke afspraken maak je over het (op een constructieve wijze) bespreken van de situatie met de cliënt?

Welke afspraken maak je over het (op een constructieve wijze) bespreken van de situatie met de naastbetrokkenen van de cliënt?








Naar boven
/var/www/bib1920-mz-albeda.learningmatters.nl