Observeren/ signaleren
B1-K1-W5 Onvoorziene situaties
De beroepskracht maatschappelijke zorg signaleert en onderneemt actie bij onvoorziene- en crisissituaties die het gevolg zijn van gedragsproblemen van psychosociale of psychiatrische aard, problemen van somatische aard, grensoverschrijdend gedrag of veroorzaakt worden door calamiteiten. Ze voert eerst preventieve acties uit die gericht zijn op het voorkomen van een crisissituatie en verdere escalatie. Ze schat het gevaar voor de cliënt, zichzelf en anderen in. Ze grijpt in en past in uitzonderlijke situaties middelen en maatregelen toe volgens afspraken in het plan van aanpak, de richtlijnen van de organisatie en wetgeving. Ze roept de hulp in van collega’s of deskundige(n) van andere disciplines. Ze houdt de veiligheid van de cliënt, de groep, collega’s en zichzelf in de gaten. Tijdens een crisissituatie blijft ze in contact met de cliënt. Ze zorgt ervoor dat de cliënt weet waar hij aan toe is en wat er gaat gebeuren. Achteraf evalueert de beroepskracht maatschappelijke zorg de onvoorziene- en/of crisissituatie met cliënt(en) en collega's, en maakt zo nodig afspraken om herhaling te voorkomen.
|
Herkennen van agressie
|
||
Thieme AM GGZ: Thema 8.18 Cliënten met risico- of probleemgedrag
|
|
Opdracht Observatieplan |
Signaleren en observeren in crisissituaties
|
||
Thieme AM GGZ: Thema 2.5 Methodieken
|
|
Opdracht Signaleren van onvoorziene of crisissituaties
Opdracht Signaleringsplan |