Opdracht Beginsituatie

Opdracht 1

Je gaat een beginsituatie van Kara maken. Dit doe je door alle informatie te lezen uit de casus en waar nodig verdiepend onderzoek te doen. Je gaat de beginsituatie beschrijven aan de hand van de punten die in het beoordelingsformulier staan beschreven. Aan de hand van alle informatie ga je een voorzet geven voor de ondersteuningsvragen van Kara. Uiteraard worden deze nog besproken met haar, maar jij doet een voorzet. Bij elke ondersteuningsvraag beschrijf je waarop deze vraag is gebaseerd.


Casus

Algemene informatie cliënt Kara van Noord -de Vries

Kara de vries is geboren op 12 juni 1960 in de Oranjeboomstraat in Rotterdam zuid. Ze had een oudere broer die vier jaar ouder was. Deze is overleden in 2017. Ze heeft twee jongere zusjes ( tweeling) van twee jaar jonger, deze wonen nog zelfstandig in een aanleunwoning in Krimpen aan den IJssel. Ze heeft ook nog een jong broertje gehad die 10 jaar jonger was. Hij is op 12 jarige leeftijd verdronken. Kara was hierbij aanwezig.

Kara is op haar 19e getrouwd met Cornelis de Vries. Het was een goed huwelijk. In het huwelijk zijn drie kinderen geboren. Marco haar oudste zoon is 45 jaar oud. Ze heeft ook nog twee dochters. Geertje is 39 en Mies is 35. Kara is altijd een zelfstandige vrouw geweest. Ze heeft altijd gewerkt als administratief medewerker bij een basisschool. Ze is enorm sociaal betrokken. Doet vrijwilligerswerk en in lid van verschillende verenigingen waarbinnen ze ook meehelpt met de organisatie. (bijvoorbeeld 50+ in beweging, koken met anderstaligen.)

Kara is sinds juli 2019 opgenomen op de NAH afdeling van zorghuis “de Waard” Zij heeft in  2018 een herseninfarct gekregen en heeft hieraan afasie overgehouden en haar verstandelijke vermogens zijn achteruit gegaan. Ook op sociaal gebied zijn haar vaardigheden niet meer wat ze waren. Lichamelijk gezien heeft ze verminderde spierkracht in haar linkerarm en been. De situatie was thuis niet meer houdbaar. Cornelis kon de zorg voor zijn vrouw niet meer aan en ook de mantelzorgers waren niet bij machte de zorg die nodig was te verlenen. Er ontstonden gevaarlijke situaties, omdat Kara zaken vergat. (bijvoorbeeld gas uitzetten, In de nacht naar buiten gaan, kachel heel hoog zetten in de zomer, daarnaast vertoonde ze agressief gedrag naar Cornelis en de hulpverleners toe. De persoonlijke verzorging verwaarloosd Kara. Na veel gesprekken met de zorg-coördinator en de familie is besloten dat het beter was dat Kara verhuisde naar een veiligere omgeving. Cornelis heeft het hier heel moeilijk mee. Hij heeft het gevoel dat hij Kara weg stopt. Kara mist hem ook en snapt niet waarom hij niet ook daar mag wonen. Ze is hier erg boos over en kan moeilijk met deze emoties omgaan. Ze heeft driftbuien waarbij ze vloekt en soms ook fysieke agressie vertoont.

Kara vind het lastig om hulp te krijgen bij de persoonlijke verzorging. Als de begeleiding hierbij wil helpen of haar hier op aanspreekt geeft ze aan dat ze het alleen wil doen, vind dat ze geen hulp nodig heeft. Tijdens gesprekken met de persoonlijk begeleider geeft ze echter aan dat ze ook inziet dat dit niet goed gaat. Ze mist het om er mooi uit te zien, maar schaamt zich ook voor hoe ze er nu uitziet. Voordat ze het herseninfarct kreeg was ze erg gericht op persoonlijke verzorging. Ze zag er altijd keurig verzorgd uit. Nu lijkt het haar niet te interesseren. Zij vindt het gezellig om samen met de huishoudelijke hulp haar kamer schoon te maken. Als er dingen worden schoongemaakt als zij er niet is wordt ze hier boos om. Mede ook omdat ze dan dingen niet terug kan vinden of dingen zijn verplaatst.

Kara eet momenteel erg slecht. Ze geeft aan het eten uit de keuken niet lekker te vinden. Opvallend is dat als haar kinderen komen en eten meenemen ze wel goed eet. Heel af en toe wordt er wel eens iets gekookt of gebakken op de afdeling en dan vind Kara het erg leuk om mee te helpen.

Overdag gaat Kara naar de activering. Ze lijkt het hier naar haar zin te hebben. Ze doet mee met de activiteiten en lijkt plezier te hebben in de sociale contacten die ze daar heeft. Wel vertoont ze ook daar regelmatig verbale agressie. Er is niet helemaal duidelijk wat de aanleiding hiervoor is. Er is door de behandelaar opdracht gegeven een niet participerende  event-sampling observatie uit te voeren om te onderzoeken of er aanleiding is voor deze verbale agressie. Deze observatie wordt beschrijvend genoteerd.

Kara gaat wekelijks twee keer naar de logopedist. Er is door de logopedist aangeven dat er zeker nog verbetering mogelijk is in de spraak van Kara. Belangrijk hierin is dat communicatie totaal wordt aangeboden. (Praatje, plaatje) Op die manier kan Kara opnieuw betekenis geven aan woorden passend bij voorwerpen. Hier wordt momenteel nog minimaal mee gewerkt.

Kara heeft moeite met het aanbrengen van de dag structuur. Elke ochtend vraagt ze of haar man of kinderen op bezoek komen, wat er die dag gaat gebeuren, of ze thuis blijft of weg gaat.


Verslag observatie Kara de Vries

Datum observatie 20 juni 2019

Event: bloemschikken

Observator: A Jansens

Observatievraag: Is er een aanleiding voor de verbale agressie van mevrouw tijdens de dag-activering

Mevrouw de Vries komt binnen en gaat zitten op de plek waar ze vaker zit. Ze begroet haar mede-deelnemers. Ze kijkt in het rond. Collega vraagt of ze iets wil drinken, mevrouw geeft aan thee te willen. Mevrouw zegt tegen buurvrouw dat ze hoopt dat er appeltaart is. Ze lacht hardop. Collega vertelt dat er vandaag bloemgeschikt wordt. Mevrouw lacht en kijkt naar de materialen. Collega legt uit wat de bedoeling is. Mevrouw kijkt naar collega en knikt. Collega geeft aan dat de materialen gepakt kunnen worden. Mevrouw staat op en loopt naar de tafel met materialen. Er zijn twee andere deelnemers voor haar. Mevrouw kijkt om zich heen en zucht diep. De andere deelnemers doen er even over om de materialen uit te zoeken. Mevrouw zegt ik kan beter weer gaan zitten, maar blijft staan.

Mevrouw is aan de beurt om materialen uit te zoeken. Ze kijkt naar de materialen. Ze pakt een bakje en zet het bakje weer terug. Ze pakt een aantal bloemen en legt ze weer terug. Mevrouw kijkt om zich heen, mevrouw kijkt naar de tafel naar de deelnemers die al materiaal hebben. Mevrouw zucht heel diep. Mevrouw kijkt opnieuw naar de materialen op de tafel. Mevrouw roept erg hard dat ze bloemschikken stom vind en dat ze beter gewoon een boeket bij de bloemist kan kopen, veel makkelijker. Ze vloekt, loopt naar haar stoel en gaat zitten. Vloekt nog even en pakt dan haar thee. Collega gaat naar mevrouw toe en vraagt of ze hulp nodig heeft. Mevrouw geeft aan van niet. Collega vraagt of ze samen met haar spullen zal pakken. Mevrouw loopt mee naar de tafel. Collega geeft aan dat ze eerst een bakje kan uitkiezen. Collega geeft aan hoeveel bloemen ze kan uitkiezen. Mevrouw doet wat collega zegt. Mevrouw gaat zitten met haar materialen. Mevrouw prikt wat bloemen in haar bakje. Mevrouw haalt de bloemen er weer uit. Mevrouw kijkt geïnteresseerd naar mede deelnemer. Ze vraagt of de andere deelnemer misschien vaker heeft bloemgeschikt. Mede deelneemster geeft aan van niet. Mevrouw probeert nog een keer de bloemen in haar bakje te prikken. Na een aantal bloemen zucht ze opnieuw diep. Ze pakt de overige bloemen en houdt ze bij elkaar en zet ze in een keer in het bakje. Ze vloekt en zegt dat ze weg wil.

Collega gaat even naast haar zitten en vraag mevrouw wat er is. Mevrouw geeft aan dat ze nog nooit heeft bloemgeschikt en het niet mooi is. Collega haalt bloemen uit bakje en verteld dat het soms even duurt voor het eindresultaat zichtbaar is. Ze geeft de bloemen 1 voor 1 aan mevrouw die zet ze erin. Ze lacht. Mevrouw geeft aan blij te zijn met het eindresultaat. Mevrouw vraagt of mede deelneemster haar resultaat wil bekijken. Ze geeft compliment aan mede deelneemster.

Einde observatie.

Beoordelingsformulier

Beoordelingsformulier Casus toets B1-K1-W1

Criteria
0
1
2
Persoonlijke gegevens



Beschrijving levensgeschiedenis



Ziektebeeld



Lichamelijke ontwikkeling



Cognitieve ontwikkeling



Sociaal-emotionele ontwikkeling



Schoolse vaardigheden



ADL



HDL



Medicatie



Bijzonderheden



Ondersteuningsvraag 1 met uitleg



Ondersteuningsvraag 2 met uitleg



Ondersteuningsvraag 3 met uitleg



Totaal 



Aantal punten 

 

0 = ontbreekt
1 = kleine tekortkoming of onvolledig
2 = voldoet

Relevante/zinvolle/verdiepende eigen aanvulling. Dit levert een extra bonuspunt op.


 

 

 

Naar boven
/var/www/bib1920-mz-albeda.learningmatters.nl