Semester 6

Wat moet je doen voor het examen P1-K1-W4: Begeleidt nieuwe collega's, stagiaires en/of vrijwilligers. ????

Ga eerst naar: https://digibib.consortiumbo.nl/uitgave/4019750/opdracht-380097-intro/.

1) Lees de hele examenopdracht goed door.

2) Je gaat nu de 8 beoordelingscriteria voor de gedragsobservatie nog wat concreter bekijken.

a) Maakt concrete afspraken over te behalen doelen en leerdoelen en resultaten:

     Brainstorm eens over welke doelen, leerdoelen en resultaten het gaat in dit werkproces. Check nog eens de theorie over    

     inwerkprogramma's en checklist. Hoe verwerk je deze (leer)doelen in je planning samen met de collega die jij inwerkt c.q. begeleidt? 

     Hoe plan je evaluaties om de resultaten van de inwerkperiode van je collega te bespreken?

b) Geeft heldere instructies:

     Om welke instructies gaat het? Hoe geef je heldere instructies? Hoe check je of de instructie aan je collega e.a.  is begrepen en                uitgevoerd? Hoe neem je dit op in je planning?

c)  Coacht de collega, de student, de stagiaire  en de vrijwilliger:

     Wat is coachen ook al weer? Welke vaardigheden moet je beheersen als coach? Denk je dat je deze vaardigheden al beheerst?

     Benoem voorbeelden van manieren waarop jij hebt gecoacht.

d) Nodigt de collega e.a.  uit tot het inbrengen van eigen opvattingen, ideeën en tot het stellen van vragen:

    Waarover stel je vragen? Op welke manier stel je vragen? Hoe stimuleer je iemand tot het vertellen van eigen ideeën en opvattingen?

e) Stimuleert de collega e.a. om zich te ontwikkelen:

    Op welke gebieden ondersteun je je collega  e.a. om zich te ontwikkelen? Hoe stimuleer je je collega e.a.? Benoem voorbeelden.

f)  Kiest een begeleidingsvorm die past bij de collega e.a.:

    Kijk nog eens terug naar de PowerPoint over begeleidingsstijlen? Welke stijlen gebruik jij? Waarom?

g) Reageert gepast op non-verbale signalen en gedrag:

    Om welke non-verbale signalen kan het gaan? Op welk gedrag van je collega e.a. moet je reageren? Waarom?

h) Geeft feedback op de leeractiviteiten, beroepsmatig handelen en voortgang:

    Op welke manieren geef jij feedback? Kijk terug naar de theorie die je hierover hebt gehad. 

    Waarom geef je feedback? Hoe reageert jouw collega e.a. op de feedback die jij geeft?


De docent kan in de klas examen-oefengesprekken organiseren, waarin je oefent met het verwoorden en beargumenteren van de manieren waarop jij stagiaires/collega's en/of vrijwilligers. Ook kun je voorbeelden geven.

  

Naar boven
/var/www/bib1920-mz-albeda.learningmatters.nl