Non-verbaal communiceren

Uitvoering in de klas

Er zijn 2 stapeltjes met kaartjes nodig.

Stapel 1: op elk kaartje staat een gevoelsuiting. Gevoelsuitingen kunnen zijn: angst, schaamte, boosheid, verbazing, enz.

Stapel 2: op elk kaartje staat hoe de gevoelsuiting moet worden uitgebeeld. Uitbeeldkaartjes: alleen met een bepaalde klank, alleen met gezichtsuitdrukking, met gebaren, met het hele lichaam.


Opdracht:

  • Een student pakt een kaartje met een gevoelsuiting en een kaartje met hoe deze moet worden uitgebeeld.
    Alle anderen schrijven op een blaadje wat deze student uitbeeldt.
  • De docent kan deze opdracht voorbereiden door vooraf de kaartjes te maken.


Nabespreking

  • Welke non-verbale manieren van communiceren vind jij het duidelijkst?
  • Gebruik jij deze non-verbale manieren van communiceren vaak of juist weinig?
  • Welke feedback krijg jij weleens over jouw wijze van non-verbaal en/of verbaal communiceren? Wat vinden anderen dat jij op dit gebied zou moeten leren? Wat vind je zelf belangrijk om aan te leren (ook als je lijkt naar het beroep dat je gaat uitvoeren)?





 

Naar boven
/var/www/bib1920-mz-albeda.learningmatters.nl