Demonstreren en instructie geven

Als je een activiteit doet met cliënten is het soms nodig om een bepaalde vaardigheid met hun te oefenen. Je doet deze vaardigheid voor (demonstreert) en je geeft er mondeling aanwijzingen (instructie) bij. Voorwaarde is dan dat jij zelf vaardig bent en voldoende kennis bezit.

Als je bijvoorbeeld wilt uitleggen hoe iemand een spijker in hout moet slaan, moet je het zelf op de juiste wijze voordoen met de juiste gereedschappen en materialen. Je moet kunnen uitleggen waarom je kiest voor déze hamer in combinatie met déze spijker en déze houtsoort. (Je hebt immers verschil in soorten hamers, soorten spijkers en in zachte en harde houtsoorten. En alleen met de juiste combinatie bereik je het gewenste resultaat.)

Vooraf bepaal je het doel van de demonstratie; wat moet de cliënt weten (kennisdoel); wat moet de cliënt kunnen (gedragsdoel); hoe moet de cliënt tegenover de vaardigheid staan (houdingsdoel).


Voorbeeld:

  • De cliënt kan verschillende soorten hamers benoemen (kennis).
  • De cliënt houdt de hamer aan het einde van de steel bij de handgreep vast (gedrag).
  • De cliënt onderschrijft het belang van veilig werken met de hamer (houding).

Belangrijk is dus dat je helder hebt wat het doel is van de demonstratie, stapsgewijs uitlegt, heldere uitleg en aanwijzingen geeft, voor iedereen zichtbaar bent, voor visueel materiaal zorgt, nagaat of cliënten jouw uitleg en aanwijzingen begrepen hebben, observeert of cliënten de handeling juist uitvoeren.

Dit is nodig omdat een mens 20% onthoudt van wat hij hoort, 30% van wat hij ziet, 50% van wat hij hoort én ziet, 70% van wat hij sprekend weergeeft en 90% van wat hij zelf verwerft.

Bovenstaande neem je mee in de voorbereiding van een activiteit.


Opdracht:

  • Spreek individueel met de docent af welke vaardigheid je gaat demonstreren. Het mag een vaardigheid zijn op het gebied van handvaardigheid, sport en spel, drama, muziek.
  • De docent bepaalt of je de demonstratie voor de klas doet, een groep of voor de docent.
  • Bereid de demonstratie voor (bekijk waarop je beoordeeld wordt). Deze mag maximaal 5 minuten duren. Je bent zelf verantwoordelijk voor het klaar zetten van de materialen en gereedschappen.
  • Voer de demonstratie uit op het tijdstip dat door de docent is aangegeven.
  • Welk leerdoel formuleer je voor jezelf naar aanleiding van de feedback?


Naam student: 




Demonstratie van:  

JA

NEE

Heeft de juiste materialen en/of gereedschappen geregeld  




Licht het doel van de demonstratie toe (kennis/gedrag/houding)   




Werkt stapsgewijs




Demonstreert op een voor alle cliënten zichtbare plaats  




Visualiseert de handeling(en)  




Geeft heldere uitleg en aanwijzingen   




Gaat na of de uitleg en aanwijzingen begrepen zijn door de cliënt




Gaat na of cliënt de vaardigheid juist uitvoert  




Feedback:   


Leerdoel:   
   
    


Klik hier om de tabel te downloaden

Naar boven
/var/www/bib1920-mz-albeda.learningmatters.nl