Casus autisme

We gaan met elkaar werken aan een casus over een cliënt met autisme. 

Beantwoordt onderstaande vragen n.a.v. de casus:

  1. Welke wensen en behoeften heeft Natascha?
  2. Welke verwachtingen, van jouw aan te bieden hulp, heeft zij?
  3. Waarom is het belangrijk bovenstaande vragen in kaart te brengen?
  4. Schrijf de vragen op die je, ter verduidelijking zou stellen aan Natascha.
  5. Schrijf op hoe je met haar het gesprek aan zou gaan om de benodigde ondersteuning met haar door te spreken. 

Na het vooronderzoek spelen we de casus klassikaal uit. Eén student is de begeleider en één student/docent speelt Natascha. De bedoeling is dat we met Natascha bespreken hoe de benodigde ondersteuning er uit kan/zal zien. 

  • Klassikaal bespreekt de docent alle mogelijke vragen die de begeleider straks kan stellen (zie vraag 4+5).
  • De begeleider voert het gesprek met Natascha (voor de klas)
  • De rest van de klas observeert en schrijft 2 tops en 1 tip op voor de begeleider.

Na het gesprek kijken we naar wat er goed ging en beter zou kunnen.

  • Klassikaal bespreken we de tops en tips voor de begeleider (onder leiding van de docent).
  • De docent koppelt de theorie terug aan de zojuist gespeelde casus
  • Nav de tops en tips uit de klas spelen we de casus nog een keer maar dan is een andere student te begeleider.
  • Na afloop bespreken we klassikaal hoe dit gesprek is gegaan. Zijn de tops overgenomen en de tips gebruikt?


















Naar boven
/var/www/bib1920-mz-albeda.learningmatters.nl