Hersey en Blanchard

  1. Leg uit welke begeleidingsstijl het beste past bij onderstaande situaties: overleggen, overtuigen, delegeren of instrueren. Doe dat aan de hand van het schema van Hersey en Blanchard.

Situatie 1

Er is een nieuwe tilmachine binnengekomen. De cliënten vinden het maar eng. Ze zijn bang dat het personeel de machine nog niet goed kan hanteren. Zij willen dat het personeel de oude blijft gebruiken.  

Situatie 2

De leidinggevende maakt een plan voor de introductie van de tilmachine. De tilmachine is al bekend bij een van de personeelsleden. De leidinggevende heeft veel vertrouwen in diens capaciteiten. Bovendien heeft dat personeelslid aangegeven door te willen groeien naar een leidinggevende functie.

Situatie 3

Mevrouw Özturk is erg zenuwachtig als zij de eerste keer getild moet worden met de nieuwe machine. Ze wil wel maar vindt het doodeng; stel je voor dat ze valt!

Situatie 4

Begeleider Reshely snapt, ook na de instructie, nog steeds niet waarom de oude niet gewoon gebruikt kan blijven worden. Die voldeed toch nog prima?

2. Schrijf zelf, per stijl, een (korte) voorbeeldcasus.













Naar boven
/var/www/bib1920-mz-albeda.learningmatters.nl