Casus NAH

Rick is een jongeman van 24 jaar. Hij groeit op in een gezin, bestaande uit vader Karl (50 jaar), moeder Brenda (49 jaar) en zus Kim (22 jaar). Het gezin woont al sinds Ricks geboorte in eengezinswoning in een nieuwbouwwijk in de grote stad. Als klein jongetje heeft Rick al iets met motoren. 'Toen ik vier was, herkende ik al alle merken,' zegt hij. Al lang voordat hij 18 jaar is, rijdt hij op een crossmotor op een veldje in de buurt waar hij woont. In zijn vrije tijd sleutelt hij aan zijn eigen motor. Zodra het kan, doet hij mee aan motorcrosswedstrijden met zijn vriend Jeffrey. Het is dus niet zo gek dat hij na het VMBO de opleiding MBO Motorfietstechniek doet.

Na zijn MBO vindt hij snel een baan bij een motorzaak waar hij motoren onderhoudt en allerhande reparaties uitvoert. Hij heeft het er erg naar zijn zin: 'Ik heb van mijn hobby mijn beroep gemaakt,' zegt Rick altijd. Jan, de eigenaar van de motorzaak, is erg tevreden over hem. Rick is een enthousiaste collega, nooit te beroerd om zijn handen uit de mouwen te steken en vriendelijk naar de klanten. Op zijn 22e ontmoet Rick Diana en na een half jaar gaan ze samenwonen in een leuke flat in de stad, niet ver van zijn ouderlijk huis. Diana kijkt tegen Rick op. Ze vindt het een stoere vent met zijn zwartleren motorjack en zijn motor!

Als Rick 23 jaar is, verandert zijn leven voorgoed. Tijdens een motorcrosswedstrijd vliegt hij uit de bocht, gaat onderuit en komt beroerd terecht. Rick is buiten bewustzijn. In vliegende vaart wordt hij in een ambulance naar het ziekenhuis gebracht waar hij wordt opgenomen op de intensive care. Gelukkig komt Rick bij bewustzijn, maar het ziet er niet best uit: hij heeft geen gevoel in zijn benen en daarnaast heeft Rick ernstige hoofdpijnklachten, is duizelig, misselijk en braakt veel. Na enige tijd wordt de diagnose gesteld: een hersenschudding (commotio cerebri) en een lage dwarslaesie. Ten gevolge van de dwarslaesie zijn zijn benen verlamd en is er sprake van verlies van blaas- en darmcontrole, erectie en ejaculatie. Zijn wereld stort in.

Na zeven weken in het ziekenhuis te zijn opgenomen, gaat Rick acht maanden voor een klinische behandeling naar een revalidatiecentrum. Dit is gevestigd in de stad waar hij woont. In het revalidatiecentrum leert hij onder andere om te gaan met een rolstoel en wordt er veel aandacht besteed aan het accepteren van zijn beperking. Voor Rick is dat zeker nodig; zijn hele leven staat op zijn kop en voor hem hoeft het allemaal niet. Diana heeft een ander ontmoet en is vertrokken. Ze ziet het niet zitten om haar hele leven Ricks verpleegster te zijn en vraagt zich af of hoe dat moet met kinderen krijgen, 'want die wil ik later wel,' zegt ze. Rick lijkt ook last te hebben van restverschijnselen, zoals taalstoornissen (afasie) en geheugenstoornissen. Zelf lijkt hij dit niet goed door te hebben. Het is nog de vraag of deze verschijnselen weggaan of blijvend zijn.

Rick kan niet meer zelfstandig wonen in zijn flat, want er is daar geen lift. Als enige mogelijkheid ziet Rick dat hij weer bij zijn ouders intrekt. Dat vooruitzicht lokt hem niet bepaald. Ook het feit dat de meeste vrienden in de loop van zijn revalidatieproces niets meer van zich hebben laten horen, stemt hem bitter. En hoe zit het met zijn werk? Kán hij nog wel terug naar de motorzaak en wíllen ze hem nog wel terug? Bij tijd en wijle is Rick dan ook erg opstandig. Iedereen heeft daar begrip voor, want alles is anders: de manier waarop Rick tegen zichzelf aankijkt, de manier waarop anderen tegen hem in zijn rolstoel aankijken en hoe hij wordt benaderd. Hij reageert dat vooral af op anderen: op de begeleiders van het revalidatiecentrum of op zijn ouders als die op bezoek zijn. Ondanks begrip voor zijn reacties, laten ze zich niet zomaar alles zeggen. Hij wordt gestimuleerd om zijn emoties en gevoelens op een meer adequate wijze te uiten.

Voor Ricks ouders en zus verandert er ook veel. Zij worden intensief bij het revalidatieproces betrokken. Ricks ouders wonen behandelbesprekingen bij en ze bezoeken de familiebijeenkomsten in het revalidatiecentrum. Zij willen er alles aan doen om hun zoon te ondersteunen en ervoor te zorgen dat hij zijn leven weer op de rit krijgt.

In de laatste maanden van zijn opname in het revalidatiecentrum moet Rick gaan nadenken over zijn toekomst. Hij is er wel aan toe om weg te gaan: 'Ik heb het nu wel gezien hier en heb zin om met een pot bier op een terras te zitten.' Voor Rick is het duidelijk: hij wil heel graag terug naar zijn oude werkgever en aangepast werk doen. Of dat kan, is nog maar de vraag. Zijn baas Jan heeft hem enkele keren bezocht, maar het onderwerp 'wel of niet terugkomen' is nooit ter sprake gebracht.

Ook wil hij zelfstandig wonen, bijvoorbeeld in een Fokuswoning. Fokus biedt mensen met een lichamelijke beperking de mogelijkheid om zelfstandig te kunnen leven. Je huurt dan een woning van de woningbouwvereniging en Fokus biedt Algemene Dagelijkse Levensverrichtingen (ADL)-assistentie op afroep en aanwijzing. Rick kan zelf bepalen wanneer, waarbij en hoe hij wordt geassisteerd. Zo kan hij volledig de regie in zijn eigen hand houden. Verder wil Rick het liefst zijn oude hobby uitoefenen, maar kan dat wel of moet hij iets anders gaan bedenken? En hoe moet het met zijn sociale contacten? Van de grote vriendenclub die hij had, zijn alleen Maarten en Jeffrey hem trouw gebleven. De rest heeft het in de loop van de tijd af laten weten. 'Die hebben geen idee hoe ze met mij om moeten gaan,' zegt Rick.


Rapportage casus Rick

Hieronder zie je een rapportage van de intake met Rick en zijn ouders, geschreven door collega van Fokus:

Rick komt over als een enthousiaste jongeman, die direct het initiatief neemt tot het gesprek. Hij is super enthousiast over het feit dat hij de kans krijgt om in een Fokuswoning zelfstandig te kunnen wonen. In het gesprek wordt duidelijk dat hij in zijn verhaal van de hak op de tak gaat en ik merk dat ik hem moeilijk kan volgen. Ik geef aan dat we in dit gesprek gaan beoordelen in hoeverre het mogelijk is om zelfstandig te kunnen wonen.

Zijn enthousiasme sloeg direct om, hij reageert boos en geeft aan dat hem in het revalidatiecentrum is toegezegd dat hij in een Fokuswoning mag komen wonen. In het dossier heb ik echter kunnen lezen dat er duidelijk met hem besproken is dat het om een intake gaat. Dit lijkt Rick in ieder geval niet op die manier te beleven. Zijn ouders proberen hem te sussen. Ik zelf kom tot de voorzichtige conclusie dat hij zijn eigen mogelijkheden nogal overschat. Ik merk dat hij zelf niet door heeft dat zijn verhalen onsamenhangend zijn. Verder merk ik tijdens het gesprek dat zijn stemming kan omslaan van erg enthousiast naar erg boos naar erg verdrietig. In de loop van het gesprek komt het verdriet naar boven; hij zegt dat hij het er nog steeds erg moeilijk mee heeft dat hij niet meer kan wat hij vroeger kon.

Net voor de intake had ik met de revalidatie gesproken. Wat zij aangeven is dat hij door de revalidatie sterkere armspieren heeft gekregen. Zij verwachten dat hij voor de rest van zijn leven incontinent zal blijven. Dit houdt in dat hij assistentie nodig zal hebben bij het verwisselen. De HDL kan hij zelf, verder kan hij zelfstandig zich gedeeltelijk wassen. Ook moet er op gelet worden dat hij voldoende rustmomenten heeft op de dag.

Ook heb ik met zijn oude werkgever contact gehad. Deze heeft aangegeven dat hij nog geen duidelijkheid heeft gegeven aan Rick, omdat hij dit erg moeilijk vindt om te zeggen; hij denkt namelijk dat Rick niet meer zijn oude functie kan oppakken. Hij zal de meeste handelingen niet meer kunnen verrichten. Er ligt nog wel een mogelijkheid om receptiewerk en administratief werk op te pakken. Hij is bereid om hem hierin te laten bijscholen. Ik heb met de werkgever afgesproken dat hij dit zelf communiceert.

Naar aanleiding van de intake moeten we bepalen of hij in staat is zelfstandig te wonen in een Fokuswoning.

Informatie over Rick uit dossier revalidatiecentrum
⦁ Er zijn 2 cognitieve testen uitgevoerd, met een tussentijd van 2 maanden. Uit de testen blijkt, dat hij nog steeds last heeft van restverschijnselen; er is lichte voortuitgang gezien. Wat goed gaat is de spraak, het verwerken van eenvoudige informatie en het functioneren van het langetermijngeheugen. Wat nog niet goed gaat. is het verwoorden van wat hij wil zeggen. Verder functioneert het kortetermijngeheugen niet goed en heeft hij moeite zich lange tijd te concentreren.
⦁ De psycholoog heeft geconstateerd dat hij een beperkt ziekte-inzicht heeft. De dwarslaesie is concreet, maar de eventuele gevolgen van het hersenletsel lijkt hij niet goed te beseffen. De psycholoog verwacht dat de confrontatie met zijn cognitieve beperkingen kan leiden tot frustratie en depressieve klachten. Ook ziet de psycholoog stemmingswisselingen, die een gevolg zijn van de hersenschudding.
⦁ De dwarslaesie zorgt voor neuropathische pijn. Dit vraagt om een medicamenteuze behandeling, in eerste instantie in de vorm van paracetamol 500 gram, maar bij aanhoudende en intense pijn kan ook worden overgegaan op morfine. In het nazorgtraject dient dit goed gemonitord te worden.
⦁ Het is belangrijk dat Rick zelf de meegekregen oefeningen volgens gegeven instructie zelfstandig (of onder begeleiding) uitvoert.
⦁ Belangrijk aandachtspunt is het voorkomen van decubitus. Gebruik hierbij de volgende aandachtspunten:  

⦁ Niet te lang op bed liggen.
⦁ Risicoplekken zijn op het stuitje, de hielen, heupen of billen.
⦁ Een doorligplek begint als een lichtrode, warme plek.
⦁ Neem bij een beginnende plek contact op met de huisarts.  
⦁ Verander regelmatig van houding. Dat voorkomt (verergering van) doorligplekken.
⦁ Verzorg de huid goed en controleer de huid elke dag.



Naar boven
/var/www/bib1920-mz-albeda.learningmatters.nl